SCHAGEN - Het college van burgemeester en wethouders stelt de gemeenteraad voor om de toeristenbelasting de komende twee jaar slechts te verhogen met de inflatiecorrectie. Met dit voorstel wil het college de recreatiesector vanwege de coronacrisis tegemoet komen. Joke Kruit, wethouder Financiën: “We vinden het als gemeente belangrijk dat ook de recreatiesector deze periode zo goed mogelijk doorkomt. Daarom stellen wij als college voor de toeristenbelasting in 2021 met 2 cent te laten stijgen naar € 1,32 per persoon per nacht. Het tarief voor 2022 kunnen we pas in mei 2021 bepalen, omdat dan pas het inflatiecijfer bekend is.“

De raad bespreekt het voorstel van het college in de oordeelsvormende raadsvergadering van 25 augustus en besluitvormende vergadering van 15 september.

Verzoek vanuit de recreatiesector
De recreatiesector heeft het college verzocht om de toeristenbelasting aan te passen om hen tegemoet te komen. Zo vroeg de sector om in plaats van één tarief zoals er nu is, verschillende tarieven te gebruiken. Toeristen zouden dan voor een verblijf op een camping een lager tarief betalen dan voor een verblijf in een hotel. Daar wilde het college niet in meegaan. Alle toeristen kunnen immers evenveel gebruik maken van de lokale voorzieningen, ongeacht of ze kamperen of verblijven in een hotel.

Ook vroeg de sector om een koppeling te maken tussen de stijging van de toeristenbelasting en de onroerende zaakbelastingen (OZB). Als de OZB stijgt, zou de toeristenbelasting net zoveel stijgen. Ook dit wil het college niet, omdat er de komende jaren mogelijk tekorten ontstaan door de coronacrisis. Verhogen van de toeristenbelasting zou dan een oplossing kunnen zijn, terwijl het college niet automatisch ook de OZB wil verhogen.

Duidelijkheid voor komende twee jaar
“Wij zien ook dat de recreatiesector problemen ondervindt door de coronacrisis,” aldus Joke Kruit. “Daarom stellen wij de raad voor de toeristenbelasting de komende twee jaar alleen te verhogen met het inflatiecijfer. Op die manier hebben de ondernemers de komende twee jaar duidelijkheid en is het tarief voorspelbaar.”