CALLANTSOOG - Onder leiding van de ervaren gidsen Margreet en Kees trekt een groep van twaalf natuurliefhebbers het Zwanenwater in. Geen rechte route, maar een zwerftocht — dwars door duinvalleien, langs duinmeren, over stuifduinen en stille vlaktes.
Al bij de ingang start het avontuur met een klim omhoog. De "hellingproef", zoals Kees het noemt, leidt direct naar een uitzicht over het hele gebied. De gids vertelt over het ontstaan: "Er was hier een zwin en door het aan leggen van een dijk, ontstond het duinlandschap tussen de voormalige eilanden Petten en 't Oghe, waar eeuwen geleden zand, wind en zee samenwerkten aan wat nu het Zwanenwater heet."
De groep trekt via de westkant de duinen in, richting het Tweede Water. In een aantal duinvalleien blijft alleen nog een vochtige bodem achter. "Door de aanhoudende droogte zakt het water nu
weg, na de langdurige regenval van vorig jaar," vertelt gids Margreet.In enkele laagtes liggen nog poelen, omzoomd door drijvend fonteinkruid en de geurige watermunt. Buiten de paden wandelt de groep achter de gids aan het reservaat in — het Tweede Water is normaal niet toegankelijk, maar vandaag opent Natuurmonumenten dit deel van het Zwanenwater speciaal voor de zwerftocht.
Dan, onverwachts: een vos steekt verderop de duinrug over. Te snel voor de camera's, net zichtbaar voor een van de deelnemers die goed rondkeek.
Door de duinen dansen sint-jakobsvlinders en icarusblauwtjes tussen het helmgras. Ook de bruine kikker toont zich even, schichtig en alert op zoek naar een slootje. Dan roept opeens de koekoek — een geluid dat even alles stilzet en vliegt hij over.
Kees wijst op de stuifduinen. Zand waait hier omhoog en zakt achter de top weer neer. Door de wind schuiven deze duinen langzaam het binnenland in. Het stuivende zand biedt ruimte aan zeldzame duinplanten. Daarmee ontstaat voedsel voor insecten, zangvogels, vlinders.
Een fazant roept vanuit de struiken. Wilde orchideeën bloeien uitbundig. "De paarse mei-orchis is dit" vertelt de gids. De ratelaar kleurt geel, de koekoeksbloem roze, en langs het water schittert de gele lis.
Een bruine kiekendief glijdt in de verte langs de oever, terwijl hoog boven de buizerd cirkelt op de thermiek. De rietgors zit bovenin het riet, zijn zang klinkt helder. Verderop zingen de blauwborst en de Cetti's zanger, maar laten zich niet zien.
Op een open stuk duin tonen zich de kneu en een roodborsttapuit. Tijd voor een pauze, brood uit de rugzak, rug tegen een duin en genieten in de zon.
Na de lunch komt het Bokkeneiland in zicht. "Eind 19e eeuw liet de toenmalige eigenaar, mevrouw Prévinaire, hier geitenbokjes los" vertelt Margreet. Nu zit er een stormmeeuw kolonie en scharrelt er een lepelaar.
In het zuiden van het gebied lijkt alles stiller, verder weg. "Alsof de wereld even ophoudt," fluistert een van de deelnemers. De groep nadert het zuidpunt van het Tweede Water.
Hier vliegen vier zwaluwsoorten door elkaar: huis-, boeren-, gier- én oeverzwaluwen. Ze jagen boven het water, de laatste nestelt in de zandoevers. Een zwaluwdans boven het rimpelende water — een levend schilderij.
De laatste kilometers voert de tocht over de Schotse Vlakte. Kees vertelt over het verblijf van Schotse militairen tijdens de Engels-Russische invasie in 1799. Hier duiken soms nog uniformknopen op — sporen uit de tijd van Napoleon.
De groep loopt terug, zand in de schoenen, wind in het haar en prachtige beelden in het hoofd.